top of page
Foto van schrijverMoorlander

Zinvol zeep


 

Mooie benamingen en merken vliegen je om de oren als het om zeep gaat waarbij streekgebonden, natuurlijk en biologisch de best selling termen zijn. En hoewel deze kreten de zeep verkopen, is de lijst van ingrediënten op de achterzijde vaak zo ingewikkeld dat je niet weet waarmee je eigenlijk je lichaam wast. Waar zou die jeuk of droge huid toch vandaan komen? Wil je een goede en zinvolle zeep, zo een die goed voor je huid en milieu is, dan is het belangrijk om te weten hoe je het zeep etiket leest en welke ingrediënten echt niet meer kunnen.

 

Een zeepmaker die volgens de normen van de Europese cosmetica regelgeving zeep maakt, is verplicht om de zogenaamde INCI-codering aan te houden. Behalve INCI zijn er eisen rondom hygiëne en veiligheid opgenomen in deze EU-regelgeving. De INCI-codering is in het leven geroepen om een uniforme benaming te gebruiken voor de gebruikte ingrediënten. Dat heeft zin omdat een vet dat zich mengt met loog (het verzepingsproces) door de reactie niet meer hetzelfde ingrediënt is. Denk aan de vroegere scheikundelessen in de klas. Zo wordt zonnebloemolie (sunflower) in verzeepte vorm sodium sunflowerdate genoemd in INCI-benaming. Sodium sunflowerdate is dus niets anders dan de verzeping van zonnebloemolie met loog. Hetzelfde geldt voor koolzaad (rapeseed), dat wordt sodium rapeseedate, kokosolie, dat wordt sodium cocoate en olijfolie, dat wordt sodium olivate. Door het verzepingsproces volgens de koude methode ontstaat automatisch glycerine, dus glycerine is ook altijd terug te vinden in de ingrediëntenlijst. Net als water dat deel uitmaakt van de loog en minimaal achterblijft in het eindproduct. Het andere deel van loog is natriumhydroxide, een zeer basisch goedje dat in zijn pure vorm niet fijn is voor je huid (wel de gootsteen). Door het verzepingsproces verdwijnt het natriumhydroxide en is het niet terug te vinden in het eindproduct.

 

Voor de basiszeep (loog en vetten) maken sommige zeepmakers gebruik van kant-en-klare zeepblokken en gietzeep, maar de meeste echte zeepmakers doen liever zelf het hele proces, simpelweg omdat ze dan precies weten wat er in hun zeep terecht komt. De basisvetten bestaan uit vloeibare oliën en vaste vetten. Als vloeibare oliën wordt vaak koolzaad gebruikt (goed, goedkoop en in eigen land verkrijgbaar), maar ook zonnebloemolie of olijfolie worden gebruikt. Om de harde vetten is altijd veel te doen. De grote producenten gebruiken nog altijd het goedkoopste en dat is palm vet. Door de grote vraag naar palm vet zijn vele delen oerwoud inmiddels gesneuveld, die hebben plaatsgemaakt voor palm plantages. Daarom gebruiken bewuste zeepmakers geen palm vet. Echter, Moorlander’s ervaring is dat kokosolie als de grootste vervanger van palmolie, inmiddels ook eenzelfde lot ondergaat als de palm industrie. Eenieder die wat langer in Azië is geweest, kent de mega kokosplantages die de ongerepte natuur vervangen. Maar goed, Moorlander doet mee aan deze trend en maakt geen gebruik van palmolie. Een echt alternatief dichter in de buurt is er niet echt. Dat was er wel. Heel vroeger werd zeep met reuzel (varkensvet) gemaakt, maar dat past niet meer bij de huidige trend.

 

Waar Moorlander niet aan meedoet, is aan het pimpen van zeep om deze feller te laten kleuren, langer houdbaar te houden (ook zonder synthetische conserveringsmiddelen gaat zeep lang mee) en onnodig hard en veel en meer te laten schuimen of geuren. En daarmee kan Moorlander zich een zinvolle zeepmaker noemen.

 

Een zinvolle zeepmaker kiest voor zinvolle ingrediënten, vermijdt onnodige ingrediënten, koopt zo veel mogelijk regionaal in (binnen Europa, gezien de EU-normen), produceert lokaal en houdt de ingrediëntenlijst kort en begrijpelijk.

 

Het gaat om zo veel mogelijk natuurlijk, maar het gaat ook om eerlijkheid, integriteit, verantwoord en balans. Dat betekent bijvoorbeeld dat Moorlander ervoor kan kiezen een synthetische geurstof te gebruiken in plaats van een essentiële olie. De klant wil een geur en wij ook, dus daar doen we aan mee. En hoewel een essentiële olie een natuurproduct is, is het niet altijd op een milieuvriendelijke wijze gewonnen. Zo moeten er bijvoorbeeld 50 rozenknoppen worden gebruikt om 1 druppel essentiële rozenolie te winnen (door stoomdestillatie). Op wereldschaal is er nogal wat oppervlakte nodig om aan de vraag te kunnen voldoen. Dit gaat ten koste van landbouwgrond of natuur en dan moet het ook nog verwerkt en vervoerd worden. Al met al niet duurzaam. Moorlander probeert de balans te zoeken in wat verantwoord is om te gebruiken, oftewel wat zinvol is.

 

Afgezien daarvan kunnen essentiële olie net zo goed een allergische reactie veroorzaken. Vanwege allergologische relevantie moeten 26 verschillende geurstoffen in de EU specifiek op de verpakking van cosmetische producten worden vermeld. Het gaat dan bijvoorbeeld om benzylsalicylaat, linalool of hexylcinnamal die voorkomen in de natuur, maar voor mensen met een allergie nadelig kunnen zijn.

 

Een andere overweging zijn kleurstoffen. Kleurstoffen, te herkennen aan CI gevolgd door een nummer. Soms wordt CI weggelaten en is alleen een nummer vermeld op het etiket. Zo is 11680 bijvoorbeeld de kleurcode voor geel. Niet per se schadelijk en mooi voor het oog, maar het voegt niets toe voor de huid en daarom niet altijd zinvol. De meeste kleurstoffen zijn overigens synthetisch, maar er zijn ook natuurlijke kleurpigmenten en die worden steeds populairder. Het schijnt dat de natuurlijke pigmenten beginnen met CI75 gevolgd door drie getallen.

 

Verantwoord zeep maken is een ding, veilig is wat anders en minstens zo belangrijk. Storend zijn de synthetische stoffen die volgens de EU-cosmetica norm wel mogen, maar die je niet moet willen, simpelweg omdat er geen vraag naar is en omdat ze ongezond of schadelijk zijn. Om er een paar te noemen die je in harde en vloeibare zeep tegenkomt en die je echt niet wilt:

-        Sulfaten zoals SLS (Sodium Laureth Sulfate), ALS, SCS, SLES, waarbij de laatste S voor sulfaat staan. Dan weet je dat je met sulfaten hebt te maken en met een zeer agressieve reiniger die vooral in vloeibare zeep en shampoos wordt gebruikt. Sulfaten worden helaas op grote schaal verwerkt in zeep en helaas zorgt het voor een droge, geïrriteerde huid voor zij die er gevoelig voor zijn.

-        DEA (gebruikt als emulgator, schuimversterkend, verdikkend). Het irriteert de huid, de slijmvliezen en de ogen. Bewezen dat het kanker veroorzaakt. Omdat DEA (cocamide DEA, lauramide DEA) inmiddels een bedenkelijke reputatie heeft, zijn producenten andere vormen gaan gebruiken met namen als: TEA-DEA-MEA-NDEA. Deze zijn net zo schadelijk.

-        Tetrasodium EDTA - Is een stabilisator (voor geur, consistentie en heeft de eigenschap dat het (zware) metalen en calcium aan zich bindt. Niet heel prettig, en ook onwenselijk omdat het allergieën veroorzaakt. Officieel veilig bij gebruik onder de 2 procent, maar hoeveel producenten gebruikten, is onbekend. Er is echter een ander probleem met dit goedje. EDTA is bijna niet biologisch afbreekbaar. Zelfs kleine concentraties kunnen al voor behoorlijke problemen zorgen in het milieu. Zinloos dus om dit, of afgeleide Tetrasodium Etidronaat te gebruiken.

-        Allergie en jeuk veroorzakers: Alkyl glucosiden zijn surfactants (reiniger, bindt vuil) die ontstaan door de chemische verbinding (condensatie) van glucose en een vetalcohol, een plantaardige herkomst dus en milieuvriendelijk. Toch in deze lijst omdat het een van de bekendste stoffen is die een allergie kan veroorzaken. De meeste contactallergieën worden veroorzaakt door decyl glucoside, lauryl glucoside, cetearyl glucoside en coco glucoside. 

-        Cocamidopropyl Betaine. Maakt het product schuimend. Bij sommige mensen veroorzaakt deze stof een reactie zoals jeukende, rode uitslag. Het is beter dit ingrediënt te vermijden, ook al claimen ‘natuurlijke producten’ dat dit ingrediënt natuurlijk is, het is onnodig om een mooi product te maken.

-       Hormoonverstoorders. De meest bekende zijn Bisfenol A (BPA), ftalaten, parabenen, kwik, dioxine. Maar ook benzylsalicylaat, een natuurlijk bestanddeel van diverse etherische oliën wordt ervan verdacht een hormoonverstoorder te zijn. In-vitro-onderzoeken hebben enig effect op oestrogenen gevonden, waarvan sommige ook in vivo zijn waargenomen.

 

Als je bovenstaande stoffen op de ingrediëntenlijst ziet, doe er je voordeel mee voor de gootsteen, de witte was, of de gekleurde was, maar als je lief wilt zijn voor je huid, of is je huid gevoelig, bedenk dan waarmee je je wast.

 

Een andere trend is dat etiketten het uitschreeuwen dat ze plastic vrij zijn met mooie logo’s en symbolen erbij. Green of plastic vrij? Het moge zijn dat navulverpakkingen uiteraard voor minder plastic zorgen en een niet-plastic verpakking is ook prachtig. Maar is groen ook groen? Ook hiervoor geldt: Kijk in de ingrediëntenlijst. Waar is de zeep geproduceerd, waar komen de ingrediënten vandaan, hoe milieubelastend is het chemisch proces om de synthetische stoffen te produceren en zijn natuurlijke ingrediënten echt natuurlijk?

 

Waarom deze ingrediënten worden gebruikt, is omdat zeep productie op deze manier fijn goedkoop wordt. Daarnaast gebruiken fabrikanten het ene stofje om het andere te balanceren om een strak eindproduct te verkrijgen. Het eindproduct is dan eigenlijk geen zeep meer. Natuurlijk voldoet het aan de eisen van zeep dat het reinigt en het lijkt zeep omdat het schuimt en lang meegaat, maar voor Moorlander is het geen zeep, omdat zeep zinvol moet zijn. Simpel en zinvol.

 

Een te lange lijst, weet je het niet meer? Een makkelijke stelregel is: Hoe korter de lijst van ingrediënten, hoe minder kans op onnodige ingrediënten. En bedenk ook dat een natuurlijke, biologisch, handgemaakte of ambachtelijke zeep niet onder de vijf euro verkocht kan worden.

 

Bronnen en meer informatie:

 

 

17 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Commenting has been turned off.
bottom of page